Lastige tijden in de Nederlandse taal
Loes Knetsch ©
Lastige tijden in de Nederlandse taal.
- O.T.T.: onvoltooid tegenwoordige tijd
- O.V.T.: onvoltooid verleden tijd
- O.T.T.T.: onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd
- O.V.T.T.: onvoltooid verleden toekomende tijd
- V.T.T.: voltooid tegenwoordige tijd
- V.V.T.: voltooid verleden tijd
- V.T.T.T.: voltooid tegenwoordige toekomende tijd
- V.V.T.T.: voltooid verleden toekomende tijd
Lastige tijden in de Nederlandse taal voorbeelden
Hulpwerkwoorden van de voltooide tijd zijn hebben en zijn, het hulpwerkwoord van de toekomende tijd is zullen.
1 O.T.T.: onvoltooid tegenwoordige tijd
Maria gaat naar school. (gaan)
Ik dans door de zaal. (dansen)
Hij werkt in de tuin. (werken)
Wij bieden onze auto aan. (aanbieden)
De hond loopt weg. (weglopen)
2 O.V.T.: onvoltooid verleden tijd
Maria ging naar school.
Ik danste door de zaal.
Hij werkte in de tuin.
Wij boden onze auto aan.
De hond liep weg.
3 O.T.T.T.: onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd
Maria zal naar school gaan.
Ik zal door de zaal dansen.
Hij zal in de tuin werken.
Wij zullen onze auto aanbieden.
De hond zal weglopen.
4 O.V.T.T.: onvoltooid verleden toekomende tijd
Maria zou naar school gaan.
Ik zou door de zaal dansen.
Hij zou in de tuin werken.
Wij zouden onze auto aanbieden.
De hond zou weglopen.
5 V.T.T.: voltooid tegenwoordige tijd
Maria is naar school gegaan
Ik heb door de zaal gedanst.
Hij heeft in de tuin gewerkt.
Wij hebben onze auto aangeboden.
De hond is weggelopen.
6 V.V.T.: voltooid verleden tijd
Maria was naar school gegaan.
Ik had door de zaal gedanst.
Hij had in de tuin gewerkt.
Wij hadden onze auto aangeboden.
De hond was weggelopen.
7 V.T.T.T.: voltooid tegenwoordige toekomende tijd
Maria zal naar school gegaan zijn.
Ik zal door de zaal gedanst hebben.
Hij zal in de tuin gewerkt hebben.
Wij zullen onze auto aangeboden hebben.
De hond zal weggelopen zijn.
8 V.V.T.T.: voltooid verleden toekomende tijd
Maria zou naar school geweest zijn.
Ik zou door de zaal gedanst hebben.
Hij zou in de tuin gewerkt hebben.
Wij zouden onze auto aangeboden hebben.
De hond zou weggelopen zijn.
Werkwoorden A tot en met Z
Nederlandse werkwoorden
Vervoegen: O.T.T. , O.T.T.T., O.V.T., O.V.T.T., V.T.T., V.T.T.T, V.V.T, V.V.T.T.
Andere taal lessen







Reacties
Lastige tijden in de Nederlandse taal — Geen reacties
HTML tags allowed in your comment: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>